Hoe kunnen Rijkslaboratoria hun enorme milieu-impact verkleinen?
Studenten van de Universiteit Leiden doen onderzoek naar duurzaamheid bij de afdelingen bedrijfsvoering/inkoop van de overheid.
Bij de duurzaamheidsuitdagingen stellen leerlingen de vraag: “Hoe kan een departement zijn bedrijfsvoering verduurzamen?” Het studententeam ‘de Labratten’ onderzoeken de mogelijkheden binnen de Rijkslaboratoria. Onze samenleving heeft laboratoria nodig om allerlei zaken in stand te houden en te verbeteren. Laboratoria zijn echter verantwoordelijk voor 2 procent van het plastic afval ter wereld en ze verbruiken veel energie en water in hun processen. Dit leidt tot een onverwacht grote milieu-impact voor zo'n kleine sector. De tweezijdigheid van het cruciale belang van laboratoria en de lasten van labprocessen spoorde ons, een groep studenten,
aan om de uitdaging van circulariteit in de Rijkslaboratoria aan te gaan.
Onderzoeksgroep de Labratten
Wij zijn de Labratten, een onderzoeksteam bestaande uit Hajar, Kristie, Parth, Quan en
Thomas, studenten van de opleiding Industrial Ecology, een master die gezamenlijk
georganiseerd wordt door de Universiteit Leiden en de TU Delft. Wij zijn in opdracht van het RIVM voor het vak Sustainability Challenge aan de slag gegaan met het project “Richtlijnen voor laboratoria”. Gedurende dit project houden we ons bezig met suggesties doen voor richtlijnen voor duurzamere Rijkslaboratoria. Deze richtlijnen zijn gebaseerd op analyses van productieketens van laboratoriumbenodigdheden, de bedrijfsvoering van Rijkslaboratoria, en de beleidsprocessen die veranderingen aansturen en doorvoeren. Wij hebben ruime steun gekregen van onze opdrachtgevers, maar het uitwerken van een pad naar duurzaamheid is niet zonder obstakels. Er zijn zeven Rijkslaboratoria en elk laboratorium heeft andere structuren en behoeften, waardoor het niet eenvoudig is aanbevelingen te geven die breed toepasbaar zijn. Bovendien wordt een afweging gemaakt tussen duurzaamheid en de 2 efficiëntie en kwaliteit die van het onderzoek worden verwacht. Voor een duurzame toekomst zijn laboratoria nodig die niet alleen hoogwaardig onderzoek verrichten, maar die ook verantwoord omgaan met het milieu. De uitdaging: deze belangen tegen elkaar afwegen.
Drietrapsaanpak
Als studenten Industrial Ecology, begrijpen wij het belang van een systemische aanpak om langdurige veranderingen door te voeren. Wij hebben een holistische aanpak ontwikkeld die zich richt op drie aspecten om de uitdaging van laboratoriumcirculariteit aan te gaan. Deze aanpak begint bij de inkoop voor laboratoria, gaat dan over naar de dagelijkse laboratoriumactiviteiten, en eindigt bij het verwerken van de afvalstromen. Om alle relevante perspectieven te verzamelen passen wij verschillende technieken toe. Dit varieert van kwantitatieve milieueffectbeoordelingen tot kwalitatieve bestuurs- en overgangsanalyses. Het vereist dus een stap-voor-stap aanpak; Keulen en Aken zijn niet in één dag gebouwd. Volgens dit principe willen wij aan het einde van ons onderzoek aanbevelingen doen voor een soepele en duurzame overgang van de Rijkslaboratoria naar circulariteit richting 2030.
De resultaten van het onderzoek, januari 2023
Er zal nog veel moeten veranderen als we van de Rijkslaboratoria van vandaag moeten gaan naar duurzame laboratoria in 2030. In het lab van de toekomst stellen we ons voor dat de grote hoeveelheden verpakkingsafval zijn verminderd en dat de verpakkingsmaterialen waar mogelijk worden hergebruikt. Energie-intensieve apparaten worden duurzaam ingezet, door te kijken naar de levensduur en naar de circulaire inzet van het apparaat als afvalstroom. Hoewel er veel technische vooruitgang is geboekt dankzij single-use plastic gebruiksvoorwerpen, zetten we weer in op hergebruik. Dit zijn slechts enkele voorbeelden van hoe de toekomst eruit kan zien als duurzaamheid voorop wordt gesteld. Cruciaal is dat de laboratoria van vandaag dit soort veranderingen niet zomaar kunnen doorvoeren: vaak heerst er een hoge werkdruk, waardoor duurzaamheid een luxe is die men zich niet altijd kan veroorloven, of de nodige afstemming tussen afdelingen mist. In sommige gevallen kunnen individuele onderzoekers of labbeheerders al een verschil maken, maar over het algemeen is een gecoördineerde inspanning van bovenaf nodig om een duurzaamheidstransitie binnen de Rijkslaboratoria waar te maken. Deze inspanning
ontbreekt nu nog, maar hopelijk komt daar snel verandering in.
Ps. Deze studentengroep deed onderzoek bij de inkoopcategorie Laboratorium. Wilt u meer weten over de inkoopcategorie Laboratorium?